Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de koning Salomo gaf de koningin van Scheba al haar behagen, wat zij begeerde, [16]behalve hetgeen zij tot den koning gebracht had; zo keerde zij, en toog naar haar land, zij en haar knechten. 16. Dat is, zonder hetgeen, dat hij haar gaf voor hetgeen, dat zij hem geschonken had.